Vincent van Zaalen
VG instructies
 >  Werken in extreme weersomstandigheden
Introductie

Bij het uitvoeren van werkzaamheden buiten kan een medewerker te maken krijgen met verschillende soorten (extreme) weersomstandigheden die arbeidsrisico’s met zich mee kunnen brengen zoals regen, onweer, wind, mist en koude. Bij het voordoen van één van deze weersomstandigheden gelden de volgende algemene maatregelen:

  • Plan de werkzaamheden zo, dat niet te lang in ongunstige weersomstandigheden gewerkt hoeft te worden. Pas indien nodig werktijden aan;
  • Zorg voor overleg tussen leiding en medewerkers of het werk onder de heersende klimaatomstandigheden uitgevoerd kan worden;
  • Zorg bij diverse weersomstandigheden voor passende beschermingsmiddelen;
  • Geef voorlichting.
Risico's > en maatregelen bij regen
Klimaatveranderingen maakt dat buien tegenwoordig pittig kunnen zijn en langdurig kunnen aanhouden en arbeidsrisico’s toenemen. Risico's zijn onderkoeling, uitglijden, zicht, verkoudheid, griep. Op lange termijn reumatische- en asmatische klachten. 
  • Onderbreek of verplaats de werkzaamheden in overleg met je leidinggevende;
  • Werk niet op hoogte (ladders, steigers); 
  • Scherm indien mogelijk de werkplek af van directe regen;
  • Draag de standaard PBM waaronder waterafstotende kleding en veiligheidsschoenen.
Risico's > en maatregelen bij onweer

Bij onweer is het uitvoeren van werkzaamheden in de buiten verboden i.v.m. elektrocutiegevaar. Belangrijk is daarbij is bepalen hoe dicht het onweer is genaderd. Bepaal dus of het onweer dichterbij komt. Zit er minder dan 10 seconden tussen de donder en de bliksem dan is het onweer gevaarlijk dichtbij.

  • Zoek een veilige plek. De veiligste plek hiervoor is een gebouw of een auto.
  • Bent je niet in de buurt van een schuilplek? Neem dan de volgende veiligheidshouding aan:
    • Ga gehurkt op je tenen zitten;
    • Sla de armen om de knieën;
    • Het hoofd zo laag mogelijk;
    • De handen over de oren en de voeten tegen elkaar;
    • Ga nooit plat op de grond liggen;
    • Hurk indien mogelijk in een greppel;
    • Blijf uit de buurt van hoge bomen, lantarenpalen, torens en hoogspanningsleidingen;
    • Als je in een bos bent, zoek dan een groepje lage bomen in het laagste deel van het terrein;
    • Ga nooit onder een alleenstaande boom staan!
    • Blijf op minstens 3 meter afstand van hekwerken of afrasteringen;